Herfstreis 2015 door Ds. Smilde

Op 8 november 2015 is de avondmaalscollecte bestemd geweest voor de Stichting ‘Epafras’, waar Ds. Smilde uit Dordrecht bij betrokken is en hij geeft ons een impressie van zijn bezoek aan enkele gevangenissen in Duitsland.

Een beetje onzeker vertrek ik uit Dordrecht. De vorige keer beschikte ik over lijsten en toegangsdocumenten van het Nederlandse consulaat, nu niet. Maar met behulp van mijn Duitse collega’s hoop ik toch toegang te krijgen tot de Nederlandse gevangenen. De reis is financieel mogelijk gemaakt doordat een aantal kerken, waarin ik regelmatig voorga, mij sponsort; ja zelfs een goede vriend heeft daartoe bijgedragen. ‘Epafras’ leidt dat in goede banen. Mijn eerste bezoek betreft de vrouwengevangenis in Dinslaken. De directeur van de gevangenis kent mij, heeft reclame gemaakt en een sympathieke vrouwelijke bewaarder zorgt ervoor dat ik in contact kom met de vrouwen. In het verleden waren het er heel veel, nu maar drie; zij zijn enthousiast over mijn bezoek. Twee van hen komen van de Antillen en krijgen nooit bezoek. Bovendien is de Duitse taal een barrière om goed contact met medegevangenen te krijgen. Zij zijn blij elkaar te hebben. Met mij kunnen zij praten over hun situatie thuis, de onzekerheid van de toekomst en vooral ook over hun geloof. Dat betekent alles voor hen. Ik lees samen met hen uit de Bijbel. Eén van hen kent de psalmen uit haar hoofd en spreekt hen mee. Ontroerend is het afsluitende gebed, onze handen ineengevouwen. Als ik na twee uur buitensta, heb ik een dankbaar gevoel. Het bezoek aan Dinslaken is gelukt en goed geweest. De dag er op ben ik in de J.V.A. Münster. Mijn protestantse collega daar heeft alles voorbereid, is zelf nu op vakantie maar zijn katholieke collega heeft zijn taak overgenomen en zonder problemen kom ik de inrichting binnen. Ik krijg weer mijn vertrouwde kamertje en spreek zes mannen. Natuurlijk spreken zij eerst over hun zaak, maar heel hun familiaire situatie komt ook naar boven: ‘Het gemis van vrouw en kinderen, de economische onzekerheid’. Maar bij een aantal van hen krijgt het gesprek ook een geestelijke dimensie, zelfs een moslim is daarbij. Weer blijkt dat de oeroude psalmen dat verwoorden wat mensen bezighoudt: ‘Hun benauwdheid, schuldgevoelens, hoop op God’. Het is opnieuw een geslaagde dag. De volgende dag heb ik twee gevangenissen: ’s Ochtends de J.V.A. Hamm en ’s middags de J.V.A. Werl. Zij liggen niet ver van elkaar vandaan. Het is alleen winters die dag; het sneeuwt. In Hamm ontmoet ik één Nederlander. Hij is door mijn collega daar getipt dat ik zou komen en heeft zich al dagen er op verheugd. De ontmoeting is bijzonder hartelijk. Heel zijn levensverhaal komt naar boven met pijnpunten zoals het overlijden van een kind en van zijn vrouw. Hij is net voor de tweede keer getrouwd en heel gelukkig en nu dit. De moeilijke financiële situatie, werkeloos een groot gezin, heeft hem in de problemen gebracht. Hoe belangrijk het is dat iemand met je bidt en dat in jouw eigen taal bleek weer eens. Na afloop vraagt hij mij de kerken, die deze ontmoeting mogelijk hebben gemaakt, heel erg te bedanken. Hij hoopt mij in de toekomst nog weer eens terug te zien. Dan naar Werl, een grote zwaarbewaakte strafgevangenis. Ook daar is alles door mijn collega goed voorbereid. Ik ontmoet zes personen. In zo’n strafgevangenis gaat het gesprek ook over Wots en Wets. Het verlangen in Nederland de straf uit te zitten is groot. Men krijgt weinig bezoek omdat de reis naar Werl niet eenvoudig is, bovendien duur. Ik kom weer in contact met mannen, die ik al eerder had ontmoet. Zij hadden niet verwacht mij nog eens te zien want in ‘Comeback’ hadden zij gelezen dat het afgelopen was met de bezoeken. Van het consulaat merken zij ook niet veel. Ze hebben het gevoel door Nederland in de steek gelaten te worden. Zij krijgen hier gelukkig bezoek van de ‘Emmaüsgroep’ en daarbij speelt het geloof ook een rol. Dat is ook het geval bij mijn laatste twee bezoekers, een Syrische christen en een moslim. Zij komen samen en er ontstaat een interreligieus gesprek. Zo iets zou je meer wensen in deze tijd waarin het Christendom en de Islam weer dwars op elkaar lijken te staan en het geloof in de éne, barmhartige God ver weg lijkt te zijn. De dag er op zit ik in Remscheid. Mijn collega daar komt mij persoonlijk verwelkomen. Hij heeft mijn bezoek goed voorbereid en heeft een lijstje met acht namen. Een hele dag ben ik in de gevangenis en tussen de middag lunch ik met hem. Het overgrote deel van de gevangenen zit wegens een drugstransport en is op Düsseldorf-Airport vastgenomen en aangezien de gevangenis in Düsseldorf overbezet is, zijn ze hier terechtgekomen. Het zijn deel Nederlanders, deels Antillianen. De leeftijden variëren van 27 tot 62 jaar. De meeste blijken een katholieke achtergrond te hebben. Zij staan open voor een gesprek over het geloof en daarbij komt hun levenssituatie ook ter sprake. Van het Nederlandse, seculiere denken is hier weinig sprake en dat zorgt voor diepgang in de gesprekken. Stuk voor stuk zijn het goede gesprekken en dankbaar verlaat ik aan het eind van de dag Remscheid. De laatste dag, de J.V.A. Düsseldorf (Ratingen). Hier blijkt de reclamecampagne voor mijn komst niet zoveel succes te hebben gehad. Er zijn tientallen mensen met een Nederlands paspoort maar ik ontmoet er maar drie. Dankzij de mededeling van de katholieke pastoor in de kerkdienst zijn ze op mijn komst opmerkzaam gemaakt. Ik neem de tijd om met hen te spreken. Het worden daardoor ook gesprekken met een sterk levensbeschouwelijke lading, zelfs literatuur komt ter sprake. ‘Zulke gesprekken voeren wij nooit’, wordt verzucht. Voor de ziel is weinig aandacht in de gevangenis. Geestrijke gesprekken zijn een zeldzaamheid. Daarom worden geestrijke gesprekken ook zo gewaardeerd. Even breekt de lucht open, de wolken verdwijnen en de zon komt door. Met een dankbaar gevoel dat deze reis, deze missie, ondanks de veranderende situatie bij ‘Epafras’, gelukt is, rijd ik terug naar Nederland met het vaste voornemen dit jaar, 2016 en 2017 nog weer reizen te maken. Het werk van ‘Epafras’ mag niet verloren gaan. Dordrecht, 27 februari 2016.

(ds.) Aage Smilde, gezant van ‘Epafras’