Door stormwind overruled
ver van kust een stranden
zo was het toch niet bedoeld
ik mis Zijn zegenende handen
in het gedimde licht
afgelegd begraven
kil en bleek gezicht
uitzicht zonder haven
waarom zal ik bidden gaan
alles is zo ongewis
in een nacht die zonder maan
klam, koud en ontroostbaar is
ieder jaar de hondenwacht
tot het verre scheppingslicht
dat ons nadert in de nacht
tot uit mijn tenen is gedicht
de nieuwe dag is aangebroken
wat eens doods en donker leek
luidde aan het licht ontstoken
het eind in van de stille week.