“De dorstigen laven” / ‘Ik had dorst en jullie gaven mij te drinken’
Lezing: Mattheüs 25:35
De schikking beeldt één van de werken van barmhartigheid uit.
Dat is de dorstige laven. Letterlijk water geven of iemand laten
proeven van het Levende water.
In de glazen drijven de bloemen van de hyacint.
De kleur verwijst naar het spirituele, de verbinding tussen hemel en aarde.
De vorm van het open hart wordt geaccentueerd door een geregen ketting.
Het gedicht verwijst naar de ontmoeting van Jezus met de Samaritaanse vrouw.
De put is diep
het water leeft
voor iedereen
die om Hem geeft
nooit meer dorst
fonteinen springen
eeuwig leven
als in den beginne
bidden kan je overal
in huis en natuur
vanuit geestdrift
met passie en vuur
de één zaait
de ander maait
al leef je in de zon
blijf dichtbij de bron.